"Over een flirtende monnik en andere schepselen Gods"
11 oktober Gambassi Terme – San Gimignato
Een heerlijke tocht door prachtige heuvels. Ik blijf de enorme regenbuien die Genova en omgeving zo teisterden precies genoeg voor. Tranen van ontroering biggelen over mijn wangen bij het gezang dat ik onderweg hoor uit het Monastero di Bose, een klein kloostertje in de heuvels, terwijl ondertussen de vogeltjes fluiten, de bladen dwarrelen en af en toe een eikel uit de boom valt.
San Gimignato blijkt, terecht, een toeristische trekpleister. Al van verre zie je de stad met de vele torens liggen. Ik word ontvangen door een Duitse broeder in het San Agostino Convent. Met vriendelijke glimlach en een vrolijke zwaai doet hij de deur open. Leidt me door de kloostertuin en wijst me mijn cel. En passant krijg ik ook nog een uitnodiging om zijn mis om vijf uur bij te wonen. Dat doe ik. Vooral om hem een hart onder de riem te steken, want hij vertelde me dat hij hier nu drie weken geplaatst is en zijn eigen taal zo mist. Hij blijkt duidelijk meer met de orde der dingen en het zorgvuldig uitspreken van de Italiaanse teksten bezig, dan dat hij zich gloedvol ontfermt over de dames in de kerk. Ik loop stoer met de sleutels van het klooster op zak nog even de stad in. Kan m’n draai toch niet echt vinden tussen al die stelletjes die hand in hand slenteren op zoek naar een romantisch restaurantje. En waar zijn trouwens al mijn medepelgrims gebleven? Sinds die eerste zes en de dag erna nog vier ben ik niemand meer tegengekomen. De drie snurkers tellen niet mee, want die lopen maar een weekje.
12 oktober San Gimignato – Monteriggioni
Krijg onderweg gezelschap van Maria uit de States. Al babbelend en kabbelend overbruggen we de afstand van het ene dorp op de heuvel naar het volgende. Ook Monteriggioni torent letterlijk boven het landschap uit. Op het plein is het Festa della Madonna del Rosario in volle gang: met blaasorkest en dansend publiek. Ik eet twee grote borden pasta om de calorieën weer een beetje aan te vullen.
13 oktober Monteriggioni – Siena
Vriend Hugo besluit ook een dagje mee te lopen. Hij verblijft een paar maanden per jaar in Florence en dacht: kom ik neem de trein naar Monteriggioni. Om half tien komt hij het nog compleet lege dorpsplein oplopen. De eerste toeristenbus arriveert dra daarna. Ook nu weer: glooiende heuvels met grote brokken omgeploegde aarde. Her en der wat kastelen. En tenslotte Siena, de stad van de Palio, de jaarlijkse paardenraces. Het maakt niet uit hoe je wint, als je maar wint. De foto’s ervan zijn prachtig. Het lijkt me een heikele operatie voor de paarden op die gladde, harde stenen.
14 oktober Siena
Wat kunnen mensen toch mooie dingen maken. Kunstige gebouwen uit verschillende perioden en voor alle mogelijke doeleinden. Vooral de overdadig versierde Duomo. Allemaal uit eerbied voor de opdrachtgever, maar zeker ook uit oprechte eerbied voor het hogere of het grotere. Dan kan niet anders. Verder is het tussen de buien door heerlijk toeven op het schelpvormige Piazza del Campo. Ook de hedendaagse mens maakt mooie dingen: ik schaf mij alvast een jurkje/tuniek van bamboe en zijde aan. Voor de terugreis.
15 oktober Siena – Ponte d’Arbia
De regen heeft de paden veranderd in superklei. Fijn als je van boetseren houdt. Maar om over te lopen nog een heel gedoe. Het heeft nog het meest weg van wadlopen op deze manier. Tijdens een korte pauze langs de kant van de weg word ik persoonlijk weggejaagd door een groep ganzen, die luid gakkend en blazend op mij af komen. Blijkbaar zit ik op iemands erf. Twintig meter verder laten ze me met rust.
’s Avonds dan toch: een hele herberg vol pelgrims. Duits, Frans, Italiaans en Nederlands dus. Allemaal net zulke stinkmormels als ik. Ik eet een reuzenpizza met een Duitse overwerkte promovenda, die triatlons doet en een Italiaanse verpleger met liefdesverdriet. In Rome gaat hij z’n trouwring in de Tiber gooien. Samen proberen we de stand van het Italiaanse land te doorgronden. Dat lukt niet helemaal in een avond.
16 oktober Ponte d’Arbia – Abadia di Sant Antimo
Het klooster in het ‘dal van de ziel’ oefent een enorme aantrekkingskracht op mij uit. Daar loop ik graag een dag voor om. Over de wijnbergen van Montalcino. Stelletje lekkerbekken, die Italianen. De zon schijnt magisch tussen de donderwolken door op de abdij in de kom van de heuvels. We worden ontvangen door de charmante Norbertijner monnik in wit habijt, met wie ik eerder een grappig telefoongesprek had. Zoals iedere dag, had ik in mijn kluk-kluk Italiaans gebeld en gevraagd “posso dormir con lei esta sera”. Nog nooit commentaar op gehad en altijd een keurig antwoord. Maar deze flirt had in het Frans geantwoord: MET mij slapen zal lastig gaan mevrouw, maar BIJ mij slapen zal wel lukken. ‘We’ zijn twee Franse stellen, die ik enthousiast had gemaakt over deze plek, en ik. We worden keurig ondergebracht in het logeerhuis van de abdij. Het geïmproviseerde feestmaal dat we maken is zo gezellig dat we helemaal vergeten naar de vespers te gaan luisteren.
17 oktober Abadia di Sant Antimo – San Quirico d’Orcia
Vroeg op zodat we om zeven uur de laude kunnen bijwonen. Niet te beschrijven zo majestueus: zes witte monniken, drie aan drie tegenover elkaar zingen onafgebroken gebeden in alle toonaarden in een reusachtige kerk, terwijl buiten de zon opkomt. Ik ben zo onder de indruk van de discipline en toewijding waarmee de kloosterlingen die ik tot nu toe ontmoet heb hun werk doen. Zoveel onverstoorbaarheid en liefde. Zo’n schril contrast met de enorme onrust in de rest van de wereld. Soms lijkt het wel of zowel de positieve als de negatieve invloeden in kracht toenemen.
Contact
Marjolein Nagel
marjolein.nagel@gmail.com
Mobiel (06) 133 45 402